dinsdag 30 november 2010

Mens sana in corpore sano

De boeken en informatie over allerlei vormen van meditatie vliegen je tegenwoordig om de oren. In onze westerse manier om alles in vakjes te plaatsen, plannen we gehaast wel even een meditatie-uurtje in onze verder eivolle weekagenda.  "Nu ga ik eventjes aandachtig aanwezig zijn in het moment, en elke poging om mijn ervaring te beïnvloeden achterwege laten".  Iets in die zin.  Eerst moet ik rustig zitten, dan moet ik mijn geest even leegmaken, dan moet ik me openstellen en als ik dat allemaal goed doe, zal de verlichting komen.  OK.  Knopje omdraaien en... fiat lux!  Zoals kant-en-klare maaltijden, nu ook zonder moeite Instant Verlichting.

Het gaat natuurlijk helemaal niet over hoe het moet, maar hoe het kan. Meditatie is geen techniek, maar een vorm van ritueel waarin je je eigen verlichting uitdrukt. Met andere woorden: we zitten geen boeddha te worden, maar boeddha te wezen. Althans zo zag de grote boeddhistische meester Dōgen het. En zo wordt de meditatieve houding meteen een basishouding, om "wrijvingloos en moeiteloos te kunnen functioneren in het dagelijks leven en in al onze relaties, en aldus 'verlicht' volmondig in het leven te staan en spontaan het goede te doen".

Verlangt niet iedereen ernaar?