zondag 31 maart 2013

Paasei...

Ik zong vanmorgen de paasmis met het koor. Terwijl ik zat te luisteren naar de pastoor die de gebruikelijke rituele uitspraken en gebeden voorzegde, bedacht ik plots dat de hele religieuze bedoening draait rond de dood en, vooral in mijn cultuur, de ontkenning ervan.

En toen werd het me duidelijk: aan de basis van religie ligt angst, met name de angst het leven te ‘verliezen’. Krishnamurti had gelijk toen hij zei dat het uiteindelijk allemaal neerkomt op onze angst om te sterven. We kunnen hele systemen en theorieën uitvinden over leven en dood, maar het zijn allemaal façades waarachter we onze existentiële angst trachten te verbergen.

Dus denk ik dat, als we iéts in dit leven zouden moeten leren, het wel is de natuurlijke cycli van groei en verval - en vooral het ultieme, finale verval – beide te accepteren als inherent aan onze natuur. Het zou waarschijnlijk die vrede brengen waar iedereen de mond van vol heeft.

Wil je reageren? Klik op ‘opmerkingen’ hieronder en volg de stappen. Weet echter dat je reactie pas zichtbaar wordt nadat ik ze heb gemodereerd (om spam te vermijden) Met dank!

2 opmerkingen:

  1. Raymond Schroyens4 april 2013 om 18:26

    Mijnheer pastoor MOET het uitleggen, want het is zijn job. Zijn bazen van 2000 jaar opvolging hebben hem in gehamerd welk de uitleg is die hij moet geven, goedgekeurd door pakken godgeleerden, die er voor hém (en iedereen) diep over nagedacht hebben. Omtrent “sterven” en “dood zijn” worden we onrustig en bang. We kennen dat niet, hebben het nooit eerder ondergaan en weten niet wat er met ons gebeurt of wat ons te doen staat. Mijnheer pastoor verzekert ons dat we naar de hemel gaan. Of naar de hel. Is dat wel zo? Waar bevinden die zich? Niet alleen godgeleerden, maar ook leken-geleerden en gewone intelligente mensen denken daar óók over na. “Na de dood is er niets” beweert de een. “Nee -zegt een tweede- één gedeelte verdwijnt in de grond of in ‘t vuur, het andere gedeelte glijdt weg in het universum en dooft daar uit”. “Geen sprake van” zegt nr. drie, “je geestelijke helft stijgt naar een ideaal hiernamaals waar alle miserie ophoudt”. Overduidelijk allemaal praatjes. Geen van alle wéét er bij benadering iets van, kan er trouwens evenmin iets van achterhalen. Wat alle ze wél weten is dat een stervende soms lang kan liggen lijden, pijn hebben in z’n botten en in zijn geest; dat hij angsten doorstaat uit twijfel, radeloosheid, of vanwege ijl-aanvallen of doodswaanzin. Dat de doodstrijd dagen kan duren en dat zachtjes dood gaan een minderheidsverschijnsel is. De mens heeft -van eigens- angst voor het einde, voor het mechanisme van sterven en dood, en voor de achterliggende totale geheimzinnigheid voorbij de stervenssluier.
    In het huidige stadium van onze wetenschappelijke evolutie zoekt men antwoorden op alle mysteries. Vindt men die: goed, zoveel te beter Vindt men die niet, weg er mee!.
    Wie of wat is bvb. God? Is hij of is hij niet? ...Stilte... Is er een voortbestaan, of niet? Ja. Neen... ???... Stilte... Geen duidelijk antwoord, weg er mee! We verdringen onze onoplosbare onzekerheid, onze verborgen angst, onze diepe afkeer, ons afgrijzen. We klampen ons vast aan de wereld die we hebben. En we leven er ook zo naar.
    Waar zijn ze 2000 jaar lang (en meer) mee bezig geweest? Waar zijn we THANS mee bezig? Wie levert “het” antwoord? ...
    . . . Stilte . . .
    T.Sh.H.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Wat ons parten speelt is naar mijn gevoel de verwarring tussen “niet” en “niet meer”, niet zijn en niet meer zijn. De pijn schuilt in het tweede, de nost-algie, pijn van wat we kenden en verloren, het schrijnend en onaanvaarbaar “er niet meer (bij) zijn”. Dit impliceert individueel bewustzijn, een ego dat we vanuit onze evolutionair denkkader doortrekken na de dood, maar waarvan de neurobiologen steeds beter de materiële aard kunnen aantonen. Ego is een product van onze hersenmaterie en verdwijnt dus onherroepelijk samen met zijn materiële drager, zoals software met de harde schijf.Een of “de” waarheid

    BeantwoordenVerwijderen